Je lichaam

Je bekkenbodem na de bevalling.

Na de bevalling voelt je bekkenbodem en je lichaam anders aan, je kunt soms niet goed voelen wanneer je moet plassen of ontlasten. Misschien kun je de urine en de ontlasting nog niet goed ophouden. Of je hebt last van vaginale windjes of een gekneusd of gezwollen gevoel in je bekkenbodem.

Tijdens het persen komt er namelijk druk te staan op je bekkenbodemspieren en de gewrichtsbanden in dat gebied. Ook komt er extra druk op je plasbuis, je blaas en je endeldarm. Hierdoor kun je na de bevalling tijdelijk een veranderd gevoel hebben in je bekkenbodemgebied, en dan lukt het je niet goed om het signaal te herkennen van een volle blaas of volle darmen. Tijdens de bevalling zijn de bekkenbodemspieren uitgerekt, waardoor het vlak na de bevalling moeilijker is de plasbuis en de anus af te sluiten. Dit kan leiden tot urineverlies, verlies van windjes of zelfs wat ontlasting. Hechtingen kunnen in het begin leiden tot wat zwelling. Soms voelen je schaamlippen erg gezwollen aan, je kunt dan het beste op een zacht kussentje gaan zitten, dit drukt de bekkenbodem iets omhoog en geeft zo ondersteuning.
Deze bekken(bodem)klachten zijn vrijwel altijd tijdelijk!

In het kraambed.

Voor een goed herstel is voldoende rust in de kraamtijd belangrijk. Begin in het kraambed al te oefenen met de bekkenbodem, om zo snel mogelijk het gevoel in je spieren terug te krijgen. De bekkenbodem kun je aanspannen door te proberen de plasbuis, de vagina en de anus naar binnen te trekken. Let erop dat je daarna weer goed de bekkenbodem ontspant.
De buikspieren mag je pas 6 weken na de bevalling intensief gaan trainen. Je kunt wel al starten met het oefenen van de dwarse buikspier. Dit doe je door de navel lichtjes naar binnen te trekken, alsof je de rits van een strakke broek dicht wilt doen. Doe dit tijdens een uitademing

Bij klachten na de bevalling

Om te weten ofjij last hebt van bekken- of bekkenbodemklachten is het belangrijk datje jezelf de volgende vragen stelt:                                    

  • Heb ik problemen met plassen, zoals ongewild urineverlies, verhoogde aandrang of vaak plassen?                                         
  • Heb ik problemen met ontlasten, zoals obstipatie (verstopping) of moeite met het ophouden van windjes of ontlasting?                           
  • Heb ik pijnklachten in het bekkenbodem-gebied tijdens vrijen (als je hier al aan toe bent)?     
  • Heb ik een zwaar gevoel in de onderbuik en/of een bal (of steen-) gevoel in de vagina?          
  • Heb ik pijn in het bekkengebied, zoals rond het schaambeen of in de lage rug?                                                                       

Herken je een van deze klachten, dan hoeft dat nog niet te betekenen dat er iets onherstelbaar beschadigd is. Met de juiste hulp kun je goed van je klachten afkomen.

Als je pijnklachten hebt, kun je zelf al veel doen:       

  • Houdt rekening met de verminderde belastbaarheid van je bekken, beperk de zwaardere huishoudelijke en verzorgende werkzaamheden.
  • Om je bekken rust te geven, kun je beter gaan liggen; zitten is niet genoeg. Probeer traplopen zoveel mogelijk te vermijden.
  • Blijf wel in beweging, maar luister naar je lichaam en rust op tijd.

Neem in het geval van twijfel en voor aanhoudende klachten contact op met een (geregisteerd) bekkenbodemfysiotherapeut

Scroll naar boven